Je kunt niet altijd alles eerlijk verdelen. Soms blijft er iets over. Dit is ook zo bij deelsommen. Je deelt dan met rest.
49 cadeautjes moeten verdeeld worden over 9 personen. De cadeautjes worden dus gedeeld door 9.
De som wordt dan: 49 : 9
De cadeautjes worden gedeel door 9. Om te bepalen hoeveel ieder in elk geval krijgt, moet je naar de tafel van 9 kijken. Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen. Hoevaak past 9 in 49? Denk aan de uitkomsten van de tafel van 9. Welke uitkomst ligt dicht bij 49?
49 kan niet direct door 9 worden gedeeld, maar 45 wel.
45 : 9 = 5, want 5 x 9 = 45. Ieder krijgt dus in elk geval 5 cadeautjes.
45 cadeautjes zijn al gedeeld door 9 (zie stap 1). Er zijn in totaal 49 cadeautjes, dus er blijven 4 cadeautjes over. Deze vier cadeautjes kunnen niet door 9 worden gedeeld, dus blijven ze over als rest.
49 cadeautjes : 9 personen, 49 : 9 = 5 rest 4.
- Kijk hoeveel ieder in elk geval krijgt. Waar deel je door? Denk aan de tafel van vermenigvuldiging.
- Bepaal wat er overblijft. Dit is de rest.
- Noteer het antwoord.