Je kunt niet altijd alles eerlijk verdelen. Soms blijft er iets over. Dit is ook zo bij deelsommen. Je deelt dan met rest.
99 trossen druiven worden op de markt verdeeld over 10 klanten. De trossen druiven worden dus gedeeld door 10.
De som wordt dan: 99 : 10
De druiven worden gedeeld door 10. Om te bepalen hoeveel ieder in elk geval krijgt, moet je naar de tafel van 10 kijken. Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen. Hoevaak past 10 in 99? Denk aan de uitkomsten van de tafel van 10. Welke uitkomst ligt dicht bij 99?
99 kan niet direct door 10 worden gedeeld, maar 90 wel.
90 : 10 = 9, want 9 x 10 = 90. Ieder krijgt dus in elk geval 9 trossen druiven.
90 trossen druiven zijn al gedeeld door 10 (zie stap 1). Er zijn in totaal 99 trossen druiven, dus blijven er 9 trossen over. Deze negen trossen kunnen niet door 10 worden gedeeld, dus blijven ze over als rest.
99 trossen druiven : 10 klanten, 99 : 10 = 9 rest 9.
- Kijk hoeveel ieder in elk geval krijgt. Waar deel je door? Denk aan de tafel van vermenigvuldiging.
- Bepaal wat er overblijft. Dit is de rest.
- Noteer het antwoord.