Je kunt niet altijd alles eerlijk verdelen. Soms blijft er iets over. Dit is ook zo bij deelsommen. Je deelt dan met rest.
85 appels moeten verdeeld worden over 8 personen. De appels worden dus gedeeld door 8.
De som wordt dan: 85 : 8 =
De appels worden gedeel door 8. Om te bepalen hoeveel ieder in elk geval krijgt, moet je naar de tafel van 8 kijken. Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen. Hoevaak past 8 in 85? Je kunt denken aan de uitkomsten van de tafel van 8. Welke uitkomst ligt dicht bij 85?
85 kan niet direct door 8 worden gedeeld, maar 80 wel.
80 : 8 = 10, want 10 x 8 = 80. Ieder krijgt dus in elk geval 10 appels.
80 appels zijn al gedeeld door 8 (zie stap 1). Er zijn in totaal 85 appels, dus er blijven 5 appels over. Deze vijf appels kunnen niet door 8 worden gedeeld, dus blijven deze over als rest.
85 appels : 8 personen, 85 : 8 = 10 rest 5.
- Kijk hoeveel ieder in elk geval krijgt. Waar deel je door? Denk aan de tafel van vermenigvuldiging.
- Bepaal wat er overblijft. Dit is de rest.
- Noteer het antwoord.