Je kunt niet altijd alles eerlijk verdelen. Soms blijft er iets over. Dit is ook zo bij deelsommen. Je deelt dan met rest.
Petra krijgt van haar oma 9 aardbeien. Deze moet ze eerlijk verdelen over haar broertje en haarzelf. Ze moet de aardbeien dus delen door 2. De som wordt dan: 9 : 2 = ?
De aardbeien worden gedeeld door 2. Om te bepalen hoeveel ieder in elk geval krijgt, moet je dus naar de tafel van 2 kijken. Delen is het omgekeerde van vermenigvuldigen. Hoevaak past 2 in 9? Hiervoor kun je denken aan de uitkomsten van de keersommen van de tafel van 2. Welke uitkomst ligt dicht bij 9?
9 kan niet direct door 2 worden gedeeld, maar 8 wel. 8 : 2 = 4, want 4 x 2 = 8. Ieder krijgt dus in elk geval 4 aardbeien.
Ieder krijgt in elk geval 4 aardbeien. Dat betekent dat 8 aardbeien al zijn gedeeld door 2 (zie stap 1). Er zijn in totaal 9 aardbeien, dus blijft er nog 1 aardbei over. Deze ene aardbei kan niet door 2 worden gedeeld, dus blijft deze over als rest.
9 aardbeien eerlijk verdelen over 2 personen, 9 : 2 = 4 rest 1.
- Kijk hoeveel ieder in elk geval krijgt. Waar deel je door? Denk aan de tafel van vermenigvuldiging.
- Bepaal wat er overblijft. Dit is de rest.
- Noteer het antwoord.