Kommagetallen kun je omrekenen naar breuken.
In dit artikel kun je lezen hoe je dit kunt doen.
60% van de kinderen uit groep 7 heeft een mobiele telefoon. 60% staat gelijk aan het kommagetal 0,60. Welke breuk hoort hierbij?
Lees hieronder in het stappenplan hoe je dit kunt berekenen.
Bepaal eerst welk kommagetal je moet omrekenen.
In dit geval moet je 0,60 omzetten in een breuk.
Maak van het kommagetal een breuk. Kijk hoeveel getallen er achter de komma staan. Eén getal achter de komma = een tiende breuk ( ?⁄10 ). Twee getallen achter de komma = een honderdste breuk ( ?⁄100 ).
0,60 = 60⁄100.
Als je het kommagetal hebt omgezet in een breuk, dan kun je de breuk vereenvoudigen. Deel de teller en de noemer beide door hetzelfde getal.
Je ziet dat 60⁄100 gelijk is aan 3⁄5 .
Als je de breuk hebt vereenvoudigd, dan heb je de uitkomst van de som. In dit geval is 0,60 gelijk aan de breuk 3⁄5 .
- Bepaal het kommagetal.
- Maak van het kommagetal een breuk; tienden of honderdsten.
- Vereenvoudig de breuk.
- Bepaal de uitkomst van de som.