Wiskunde

Ongelijknamige breuken kleiner dan 1 van elkaar aftrekken (plus niveau)

Ongelijknamige breuken bestaan uit delen die niet even groot zijn.

De noemers zijn niet gelijk. 

 
Voorbeeldsom

 

Ongelijknamige breuken kun je niet zomaar van elkaar aftrekken.

In het stappenplan hieronder kun je lezen hoe je dit kunt doen.

 

 
Stappenplan ongelijknamige breuken aftrekken
1a
Maak de breuken gelijk
 

Ongelijknamige breuken moet je eerst gelijknamig maken.

De noemers van de breuk worden dan gelijk.

In stap 1b wordt uitgelegd hoe je deze breuken gelijknamig kunt maken.

Vind je dit nog lastig? Lees dan het artikel nog eens door over hoe je breuken gelijknamig maakt.

1b
 

Deze breuken gelijknamig maken:

  • Noemer x noemer: 8 x 10 = 80. De breuken worden "tachtigsten".
  • Noemer x teller: 8 x 6 = 48.   610  is nu gelijk aan  4880 .
  • Noemer x teller: 10 x 7 = 70.   78  is nu gelijk aan  7080 .

Hieronder zie je hoe de voorbeeldsom eruit komt te zien als de breuken gelijknamig zijn gemaakt.

2
Trek de tellers van elkaar af
 

Na het gelijknamig maken kun je de breuken van elkaar aftrekken.

Je hoeft alleen maar de tellers van elkaar af te trekken. De noemers blijven gelijk.

3
Reken de som uit
 

Reken de som uit. Denk aan het vereenvoudigen.

 

Vereenvoudigen

Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen. Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.