Je kunt een breuk die groter is dan 1 ook van een heel getal aftrekken.
In het stappenplan hieronder kun je zien hoe je dit kunt doen.
Daarna wordt er een tweede mogelijkheid gegeven hoe je een dergelijke som kunt oplossen.
Trek eerst de hele getallen van elkaar af.
Trek daarna de breuk van de uitkomst van stap 1 af.
In de afbeelding van stap 3 kun je dit goed zien.
Hieronder zie je de uitkomst van de som met afbeeldingen.
Je kunt nu goed zien hoeveel je overhoudt als je 1⁄3 van de 3 helen aftrekt.
Een andere mogelijkheid is om van de hele getallen breuken te maken.
1 hele = 3⁄3 .
3 helen = 3 x 3⁄3 = 9⁄3 .
De som wordt dan:
9⁄3 |
- |
1⁄3 | = | 8⁄3 | = | 2 2⁄3 |
Zoals je ziet wordt de uitkomst 8⁄3 weer vereenvoudigd.
Hoevaak past 3⁄3 in 8⁄3 ? En hoeveel blijft er dan nog over?
Je haalt de hele getallen dan weer uit de breuk.
Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen.
Haal de hele getallen uit de breuk en maak de breuk zo klein mogelijk.
Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.