De omtrek kun je berekenen door de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen. Het is belangrijk dat je goed kijkt naar de maateenheid en dit erbij schrijft.
Wat is de omtrek van deze driehoek?
Tel de lengte van alle zijden van de driehoek bij elkaar op. De som wordt dan:
4 cm + 5 cm + 3 cm = 12 cm
De omtrek van deze rechthoekige driehoek is dus 11,5 cm.
Wat is de omtrek van deze driehoek?
Tel de lengte van alle zijden van de driehoek bij elkaar op. De lengte van de zijde met het vraagteken is dus ook 4 cm. De som wordt dan:
4 cm + 4 cm + 4 cm = 12 cm
De omtrek van deze driehoek is dus 12 cm.
Wat is de omtrek van deze driehoek?
Tel de lengte van alle zijden van de driehoek bij elkaar op. De lengte van de zijde met het vraagteken is ook 6 cm. De som wordt dan:
6 cm + 6 cm + 4 cm = 16 cm
De omtrek van deze driehoek is dus 16 cm.
- De omtrek kun je berekenen door de lengte van alle zijden bij elkaar op te tellen.
- Tip! Denk bij omtrek aan: er omheen.
- Noteer de juiste maateenheid achter het getal.