Kolomsgewijs delen is een handige manier om (moeilijke) deelsommen op te lossen. Hieronder lees je hoe je dat aanpakt.
Voor het schoolfeest moeten er 288 pannenkoeken gebakken worden. 8 leerlingen gaan dit doen. Hoeveel pannenkoeken moet iedere leerling bakken? De som wordt: 288 : 8 =
Schrijft de som op en zet er een streep onder.
Je moet delen door 8, dus maak een hulprijtje van de tafel van 8. Hierdoor wordt gemakkelijker om getallen te kiezen, waardoor je kunt delen. Ken je de tafel van 8 heel goed uit je hoofd? Dan is het niet nodig om een hulprijtje te maken.
1. Door gebruik te maken van het hulprijtje, zie je dat 8 zeker 10 keer in het getal 288 past. 10 x 8 = 80. Dit trek je van 288 af. Hieronder zie je hoe je dit noteert.
2. Je houdt nu 208 over. Hoevaak past 8 in 208? Dit past ook zeker 10 keer. 10 x 8 = 80. Dit trek je van 208 af.
3. Je houdt nu 128 over. Hoevaak past 8 in 128? Dit past ook zeker nog 10 keer. 10 x 8 = 80. Dit trek je weer van 128 af.
4. Je houdt nu 48 over. Hoevaak past 8 in 48? Als je de tafel van 8 goed kent, of kijkt naar het hulprijtje, zie je dat 8 precies 6 keer in 48 past. 6 x 8 = 48. Dit trek je er vervolgens vanaf. Je houdt nu niets meer over.
Je hebt nu de deelsom gemaakt, tot je op nul uitkwam. Tel nu de getallen die aangeven hoevaak 8 in een getal paste bij elkaar op.
8 past dus 36 keer in het getal 288. 288 : 8 = 36.
Bij het kolomsgewijs delen doe je het volgende:
- schrijf de som op met een streep eronder
- maak een hulprijtje van de tafel waardoor je moet delen
- kijk hoe vaak de deler past in het getal dat gedeeld wordt
- uitkomst bepalen