Voorbeeld
Je hebt van je oma tien aardbeien gekregen. Samen met je broer eet je deze aardbeien op. De aardbeien worden eerlijk verdeeld. Hoeveel krijgt ieder?
De deelsom die hierbij hoort, is:
10 : 5 = 2
Ieder krijgt dus 2 aardbeien.
Hieronder zie je de deeltafel van 5.
De deeltafel van 5