Voorbeeld
Je koopt vier trossen druiven in de supermarkt. Deze trossen verdeel je over jezelf en een goede vriend. Hoeveel trossen krijgt ieder?
De deelsom die hierbij hoort, is:
4 : 2 = 2
Ieder krijgt dus 2 trossen.
Hieronder zie je de deeltafel van 2.
De deeltafel van 2