Wiskunde

Gelijknamige breuken groter dan 1 bij elkaar optellen (leerjaar 4 t/m 6)


Gelijknamige breuken bestaan uit delen die even groot zijn.

De noemers zijn gelijk.

Voorbeeldsom

Gelijknamige breuken kun je gemakkelijk bij elkaar optellen.

Lees hieronder in het stappenplan hoe je dit kunt doen.

 

 
Stappenplan gelijknamige breuken groter dan 1 optellen
1
Tel de hele getallen bij elkaar op
 

Tel eerst de hele getallen bij elkaar op.

2
Tel de breuken bij elkaar op
 

Tel daarna de gelijknamige breuken bij elkaar op.

Het zijn gelijknamige breuken, dus de noemers blijven gelijk.

Je hoeft alleen maar de tellers bij elkaar op te tellen.

3
Reken de som uit
 

Reken de som uit. Denk aan het vereenvoudigen.

 

Vereenvoudigen

Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen. Haal de hele getallen uit de breuk en maak de breuk zo klein mogelijk.

Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.