Wiskunde

Gelijknamige breuken groter dan 1 bij elkaar optellen (leerjaar 1 t/m 3)

Gelijknamige breuken bestaan uit delen die even groot zijn.

Voorbeeld


De noemers van gelijknamige breuken zijn gelijk. Je kunt ze daarom gemakkelijk bij elkaar optellen.

Lees hieronder in het stappenplan hoe je dit kunt doen.

 

 
Stappenplan gelijknamige breuken groter dan 1 optellen
1
Tel de hele getallen bij elkaar op
 

Tel eerst de hele getallen bij elkaar op.

2
Tel de breuken bij elkaar op
 

Tel daarna de breuken bij elkaar op. 

Het zijn gelijknamige breuken, dus de noemers blijven gelijk.

Je hoeft alleen maar de tellers bij elkaar op te tellen.

3
Reken de som uit
 

Reken de som uit. Denk aan het vereenvoudigen.

 

Vereenvoudigen

Kijk bij een breuk altijd of je de uitkomst nog kunt vereenvoudigen.

Dan kom je altijd tot het juiste antwoord.