In de winkel kun je het de cassière makkelijk maken door wat geld bij te leggen, zodat je een mooier bedrag aan wisselgeld terugkrijgt.
Saar koopt een cadeau. Ze moet €5,25 betalen. Ze betaalt met een briefje van tien euro. Saar wil graag een briefje van vijf euro terug van de cassière.
Hoeveel geld moet ze er dan nog bij doen?
In het stappenplan hieronder lees je hoe je kunt uitrekenen hoeveel geld Saar er nog bij moet doen.
Bereken als eerste hoeveel geld je eigenlijk terug hoort te krijgen. De prijs van het cadeau is €5,25. Saar betaalt in eerste instantie met een briefje van €10,00. De som wordt dan:
€10,00 - €5,25 = €4,75
Bereken daarna het verschil tussen het bedrag dat Saar eigenlijk terug hoort te krijgen (stap 1) en het bedrag dat ze terug wil krijgen. Saar hoort €4,75 terug te krijgen. Ze wil een briefje van €5,00 terug krijgen. De som wordt dan:
€5,00 - €4,75 = €0,25
Als Saar er €0,25 bij doet, krijgt ze een briefje van €5,00 terug.
Dit kun je ook controleren. Saar betaalt dan eigenlijk €10,25. Het cadeau kost €5,25.
€10,25 - €5,25 = €5,00.
- Reken eerst uit hoeveel je eigenlijk terug hoort te krijgen.
- Bereken dan het verschil tussen dit bedrag en het bedrag dat je graag terug wilt krijgen.
- Het verschil is ook het bedag dat je erbij moet betalen, om het gevraagde bedrag terug te krijgen.
- Je kunt het ook vaak zien aan het bedrag aan centen. Als je dit erbij geeft, krijg je een heel bedrag aan euro's terug.