Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
In de winkel vraagt de cassière soms of je nog wat geld erbij hebt. Als je bijvoorbeeld €4,20 moet betalen en je een briefje van €10,00 geeft, dan zou de cassière kunnen vragen of je er nog 20 eurocent bij kunt geven. Waarom is dat? Betaal je dan niet te veel? Hieronder lees je hoe dat zit.
Sanne koopt een geheugenkaart voor haar smartphone. Deze geheugenkaart kost €4,20. Ze betaalt met een briefje van €10,00. De cassière vraagt of ze er nog €0,20 bij kan doen.
Waarom vraagt de cassière aan Sanne of ze er nog €0,20 bij wil doen? Moet Sanne dan niet meer betalen, dan dat de geheugenkaart kost?
Sanne moet in totaal €4,20 betalen. Dat is geen rond bedrag. Ze betaalt in eerst instantie met €10,00. In dit geval zou ze aan wisselgeld terugkrijgen: €10,00 - €4,20 = €5,80. De cassière zou dan veel kleine muntjes aan wisselgeld terug moeten geven. Er is namelijk geen munt van €5,00 of een munt van €0,80. Ook zou Sanne dan veel muntjes in haar portemonnee hebben, wat vaak niet zo handig is.
De cassière vraagt of Sanne er €0,20 bij wil doen. Sanne betaalt dan €10,20, maar krijgt dan een mooi rond bedrag aan wisselgeld terug.
€10,20 - €4,20 = €6,00.
Sanne krijgt dan €6,00 aan wisselgeld terug. Dat is een mooi rond bedrag dat ze bijvoorbeeld terug kan krijgen als een briefje van €5,00 en een munt van €1,00. Dit is voor de cassière handiger en voor Sanne waarschijnlijk ook. Voor het gemak is het dus prettig om in bepaalde gevallen geld bij te betalen.
- Als je geld moet bijbetalen aan de kassa, dan krijg je een mooi rond bedrag terug. Je betaalt dus niet meer.
- Dit kan voor de cassière handiger zijn, omdat er dan niet veel kleingeld teruggegeven hoeft te worden.
- Het kan ook voor jezelf prettig zijn, omdat je dan niet veel kleingeld in je portemonnee hebt.