Meer wordt gebruikt om een aantal aan te geven. Meer betekent meer dan één. Bijvoorbeeld: Sara heeft 10 knikkers, maar Ilse heeft er 20. Ilse heeft er meer dan Sara.
Minder wordt gebruikt om een aantal aan te geven. Minder betekent: weinig, een klein aantal. Bijvoorbeeld: Joke heeft 3 snoepjes mee, maar Bas heeft er 5. Joke heeft dus minder snoepjes dan Bas.
De volgende zakjes staan kriskras door elkaar.
Zet ze in de goede volgorde van meer naar minder.
Om de zakjes in de goede volgorde van meer naar minder te zetten, moet je beginnen bij het zakje met de meeste snoepjes. Dat is in dit geval het laatste zakje. Daarna kijk je welk zakje dan de meeste snoepjes heeft enz. Tot je het zakje met de minste knikkers aan het eind hebt staan. Dan is de volgorde van meer naar minder goed.
De zakjes staan nu van meer naar minder. Je kunt ze ook ordenen van minder naar meer. Dan staan ze precies andersom!
- Meer en minder wordt gebruikt om een aantal aan te geven.
- Meer betekent meer dan één.
- Minder betekent weinig, een klein aantal.
- Wanneer je gaat ordenen van meer naar minder, begin je met het grootste aantal of getal.
- Wanneer je gaat ordenen van minder naar meer, begin je met het kleinste aantal of getal.