Begrippen als eerste, laatste en middelste kom je vaak tegen.
Tom en Iris doen mee aan een hardloopwedstrijd. Tom loopt harder dan Iris. Daardoor komt hij als eerste over de finish.
Je zou ook kunnen zeggen: Tom loopt vooraan. Eerste is dus vooraan of het vroegst.
Loes, Anne en Jesse lopen achter elkaar. Jesse loopt voorop, daarna komt Anne en daarna komt Loes. Loes komt als laatste over de finish.
Loes komt als laatste over de finish. Alle anderen zijn haar al voorgegaan. Je zou ook kunnen zeggen: Loes loopt achteraan. Laatste is dus achteraan, het einde.
Niek, Saskia en Lotte maken een foto. Saskia wil graag in het midden. Ze heeft aan de ene kant één persoon naast haar en aan de andere kant heeft ze ook één persoon naast haar. Ze is dus precies de middelste persoon op de foto.
Saskia staat in het midden. Middelste is dus het midden. Dit noemen we ook wel de kern. Een voorwerp of een persoon staat in het midden wanneer er aan beide kanten precies evenveel andere voorwerpen of personen staan.
- Deze begrippen gebruik je om een bepaalde rangorde aan te geven.
- Bij eerste kun je denken aan vooraan, vroegst.
- Bij laatste kun je denken aan achteraan, einde.
- Bij middelste kun je denken aan het midden, de kern.