Nursah heeft 4 appelbomen in de achtertuin. In elke appelboom zitten 14 appels. Hoeveel appels kan Nursah intotaal uit de bomen plukken?
De keersom die hierbij hoort is:
4 x 14 = ?
In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som cijferend kunt oplossen.
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Bij cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. De eenheden vermenigvuldig je als eerste met elkaar.
De som wordt dan: 4 x 4 = 16.
16 bestaat uit een tiental en een eenheid.
Noteer de 6 onder de eenheden en de 1 onder de tientallen. In de afbeelding zie je dat dit er klein bij is genoteerd.
Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental. Je hebt in de vorige stap een tiental erbij genoteerd. Vermenigvuldig eerst de eenheid met het tiental dat er al stond.
Je maakt dus eerst de som: 4 x 1 = 4. Omdat het getal 1 onder het tiental valt, is de eigenlijke som: 4 x 10 = 40. Je hebt de uitkomst van de som nog niet, want nu moet je het bijgeschreven tiental er nog bij optellen.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 4 x 14 = 56. Nursah kan dus in totaal 56 appels uit de bomen plukken.
- Bij cijferend vermenigvuldigen noteer je de getallen onder elkaar.
- Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Vermenigvuldig eerst de eenheden met elkaar. Daarna vermenigvuldig je de eenheid met het tiental.
- Als het antwoord van de vermenigvuldiging van de eenheden een tiental is, verplaats je het cijfer van het tiental naar de buurman.
- Het cijfer dat naar de buurman is verplaatst, tel je later op bij de vermenigvuldiging van de eenheid en het tiental.
- Cijferend vermenigvuldigen lijkt op kolomsgewijs vermenigvuldigen. Bij het cijferend vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden (het kleinste getal). Bij het kolomsgewijs vermenigvuldigen begin je aan de linkerkant (het grootste getal).