Vul de driehoek in tot en met 200.
Bij het invullen van de driehoek is het de bedoeling dat je de getallen die in de driehoek staan, bij elkaar optelt. De uitkomst van deze som noteer je in de vakjes buiten de driehoek.
In deze driehoek is maar één getal ingevuld. Gebruik dit ingevulde getal en het antwoord daaronder om het andere getal van de driehoek te bepalen. Het antwoord op de som van deze twee getallen is 194. Het getal 146 staat al ingevuld. Wat moet je bij 146 optellen om 194 te krijgen? Deze som kun je uitrekenen door een erafsom te maken: 194 - 146 = 48. Dit klopt, want 146 + 48 = 194. Vul dit getal in op de lege plek in de driehoek.
Je hebt nu een nieuw getal in kunnen vullen in de driehoek. Met dit getal kun je vervolgens de volgende lege plek invullen. Het antwoord aan de rechterkant is 86. Je hebt het getal 48 in kunnen vullen. Wat moet je bij 48 optellen om 86 te krijgen? Deze som kun je uitrekenen door een erafsom te maken: 86 - 48 = 38. Dit klopt, want 48 + 38 = 86. Vul nu ook deze lege plek in de driehoek in.
Je hebt nu de hele driehoek ingevuld. Je kunt nu ook het laatste hokje naast de driehoek invullen. Hiervoor moet je de getallen 146 en 38 bij elkaar optellen. De som wordt dan: 146 + 38 = 184. Je hebt nu alle lege plekken van de driehoek ingevuld.
- In de buitenste hokjes moeten de antwoorden van de som van de getallen in de driehoek staan.
- Om erachter te komen wat er in de hokjes buiten de driehoek moet staan, moet je de getallen binnen de driehoek bij elkaar optellen.
- Weet je het getal in het hokje en moet je een getal in de driehoek invullen? Maak dan een erafsom.
- Gebruik de nieuw ingevulde getallen om de antwoorden te berekenen.