Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
55.871 + 34.889 = ...
Wat is het antwoord op deze som?
In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som kolomsgewijs kunt oplossen.
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters erbij te zetten: HD = honderdduizendtallen, TD = tienduizendtallen, D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden.
Begin aan de linkerkant. Tel de tienduizendtallen bij elkaar op. De 5 en de 3 staan onder de TD van tienduizendtallen. Je maakt dus de som 50.000 + 30.000 = 80.000. Dit noteer je als eerste.
Tel dan de duizendtallen bij elkaar op. De 5 en de 4 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 5 en 4, maar 5.000 en 4.000. Je maakt de som 5.000 + 4.000 = 9.000. Dit noteer je onder de 80.000.
Tel dan de honderdtallen bij elkaar op. De 8 en de 8 staan onder de H van honderdtallen. Ze betekenen dus geen 8, maar 800. Je maakt de som 800 + 800 = 1.600. Dit noteer je onder de 9.000. Let op! De 1 noteer je onder de D van duizendtallen en de 6 onder de H van honderdtallen.
Tel dan de tientallen bij elkaar op. De 7 en de 8 staan onder de T van tientallen. Ze betekenen dus geen 7 en 8, maar 70 en 80. De som wordt dan: 70 + 80 = 150. Noteer dit onder 1.600. Let op! Noteer de 1 onder de honderdtallen en de 5 onder de tientallen.
Tel vervolgens de eenheden bij elkaar op. De 1 en de 9 staan onder de E van eenheden. Je maakt nu de som: 1 + 9 = 10. Dit noteer je onder de 150. Let op! Noteer de 1 onder de tientallen en de 0 onder de eenheden.
Tel daarna de uitkomst van de tienduizendtallen, duizendtallen, honderdtallen, tientallen en de eenheden bij elkaar op.
De uitkomst van de som is: 55.871 + 34.889 = 90.760.
- De naam kolomsgewijs kun je herkennen aan de kolommen die je maakt.
- Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Begin met de hoogste getallen; in dit geval de tientallen. Daarna volgen de eenheden. Noteer de uitkomsten van deze sommen onder elkaar.
- Tel uiteindelijk alle uitkomsten bij elkaar op. Dan heb je de uitkomst van de som berekend.
- Kolomsgewijs rekenen lijkt op cijferend rekenen. In beide gevallen schrijf je de getallen onder elkaar. Het verschil is dat je bij kolomsgewijs aan de linkerkant begint met rekenen en bij cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden.