Erbijsommen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs rekenen en het cijferend rekenen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend kunt optellen met sommen tot en met 2.000.
De vader van Laura koopt een televisie en een fotocamera. De televisie kost €958,- en de camera kost €938,-.
Hoeveel moet de vader van Laura betalen?
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Bij het cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden. Deze tel je als eerste bij elkaar op.
Je maakt eerst de som: 8 + 8 = 16. Dit getal deel je op in 6 eenheden en 1 tiental, samen 16. De 6 noteer je onder de eenheden. De 1 noteer je klein bij de tientallen, zodat je bij de volgende stap weet dat je er nog een tiental bij op moet tellen.
Tel daarna de tientallen bij elkaar op.
In deze afbeelding zie je de tientallen en maak je de som: 1 + 5 + 3 = 9. Dit noteer je onder de tientallen. Omdat de getallen vallen onder de tientallen is de eigenlijke som: 10 + 50 + 30 = 90.
Tel als laatste de honderdtallen bij elkaar op.
In deze afbeelding zie je de honderdtallen en maak je de som: 9 + 9 = 18. Omdat de getallen vallen onder de honderdtallen is de eigenlijke som: 900 + 900 = 1.800. Het is belangrijk dat je dit weet, ookal hoef je dit niet zo te noteren. De 8 noteer je onder de honderdtallen en de 1 noteer je onder de duizendtallen, samen 1.800.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 958 + 938 = 1.896. De vader van Laura moet €1.896,- betalen.
- Bij cijferend rekenen noteer je de getallen onder elkaar.
- Duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Reken van rechts naar links. Tel eerst de eenheden bij elkaar op, dan de tientallen, honderdtallen en duizendtallen.
- Cijferend rekenen lijkt op kolomsgewijs rekenen. Bij het cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden (kleinste getal). Bij het kolomsgewijs rekenen begin je aan de linkerkant (grootste getal).
- Cijferend rekenen is handig bij sommen met grote getallen.