Erbijsommen met grotere getallen kun je uitrekenen met behulp van verschillende strategieën. Het kolomsgewijs rekenen en het cijferend rekenen zijn veelgebruikte manieren. In dit artikel lees je hoe je cijferend kunt optellen met sommen tot en met 10.000. Wil je weten hoe je kolomsgewijs kunt rekenen? Lees dan het uitlegartikel over 'Wat is kolomsgewijs rekenen?'
Marnik voert twee codes in op zijn computer. 4.615 en 2.708.
Wat is de uitkomst als je deze twee codes bij elkaar op telt?
Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert.
Begin aan de rechter kant. Tel eerst de eenheden bij elkaar op. Je maakt eerst de som: 5 + 8 = 13. Dit getal deel je op in 3 eenheden en 1 tiental, samen 13. De 3 noteer je onder de eenheden. De 1 noteer je klein bij de tientallen, zodat je bij de volgende stap weet dat je er nog een tiental bij op moet tellen.
Tel daarna de tientallen bij elkaar op. Maak de som: 1 + 1 + 0 = 2. Dit noteer je onder de tientallen. Omdat de getallen vallen onder de tientallen is de eigenlijke som:
10 + 10 + 0 = 20.
Tel de honderdtallen bij elkaar op. Maak de som: 6 + 7 = 13. Omdat de getallen vallen onder de honderdtallen is de eigenlijke som: 600 + 700 = 1.300. De 3 noteer je onder de honderdtallen en de 1 noteer je klein boven de duizendtallen, samen 1.300.
Tel de duizendtallen bij elkaar op. Maak de som: 1 + 4 + 2 = 7. Omdat de getallen vallen onder de duizendtallen is de eigenlijke som: 1.000 + 4.000 + 2.000 = 7.000. Het is belangrijk dat je dit weet, ookal hoef je dit niet zo te noteren. De 7 noteer je onder de duizendtallen.
Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 4.615 + 2.708 = 7.323. De codes zijn bij elkaar opgeteld 7.323.
- Bij cijferend rekenen noteer je de getallen onder elkaar.
- Duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Reken van rechts naar links. Tel eerst de eenheden bij elkaar op, dan de tientallen, honderdtallen en duizendtallen.
- Cijferend rekenen lijkt op kolomsgewijs rekenen. Bij het cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden (kleinste getal). Bij het kolomsgewijs rekenen begin je aan de linkerkant (grootste getal).
- Cijferend rekenen is handig bij sommen met grote getallen.