Wiskunde

Hoeveel kinderen zitten er in de bus? - tm 20

Door middel van bussommen kunnen jonge kinderen op een betkeenisvolle manier oefenen met het optellen en aftrekken. In dit artikel staan eraf sommen tot en met 20 centraal. 
 

Bussom

Er stappen kinderen uit de bus.
 

rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 20

  

    rekenen oefenen, optellen tot en met 10 erbij sommen

rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10

rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10

 

Hoeveel kinderen zitten er nu nog in de bus?

 

 
Stappenplan
1
Hoeveel kinderen zitten er in de bus?
 

Tel eerst hoeveel kinderen er in de bus zitten:

rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 20

Maak gebruik van de vijfstructuur. Vijf blauwe poppetjes. Vijf rode poppetjes. 5 + 5 = 10. Dan zijn er weer vijf blauwe poppetjes en vijf rode poppetjes. 5 + 5 = 10. Tien poppetjes en nog eens tien poppetjes. 10 + 10 = 20. De hele bus zit vol. Er zitten 20 kinderen in de bus.

Vind je dit nog lastig? Tel dan alle poppetjes. 'Eén, twee, drie...achttien, negentien, twintig.'

2
Hoeveel kinderen stappen uit de bus?
 

Er stappen 6 kinderen uit de bus stappen. Je kunt de poppetjes ook tellen:

rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10
rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10rekenen oefenen, eraf sommen, bussommen, tot en met 10

 'Eén, twee, drie, vier, vijf, zes.'

3
Hoeveel kinderen zitten er dan nog in de bus?
 

Er zitten eerst 20 kinderen in de bus. Er stappen 6 kinderen uit. De som die hier bij hoort is:
20 - 6 = 14. Er zitten in totaal nog 14 kinderen in de bus. Je kunt vanaf het getal 20 ook 6 stapjes terugtellen: 'Twintig... negentien, achttien, zeventien, zestien, vijftien, veertien.' Je kunt ook nu weer gebruik maken van de vijfstructuur. Haal van de 20 poppetjes eerst vijf poppetjes weg. Dan blijven er nog 15 over. Zes is er eentje meer dan vijf, dus moet je er nog één poppetje afhalen. Er blijven dan nog 14 poppetjes over.

 

Bussommen, eraf sommen
  • Door middel van bussommen kunnen kinderen op een betekenisvolle manier oefenen met erbij sommen en eraf sommen. 
  • Bij erafsommen gaat er altijd iets weg. Het wordt minder. Er stappen kinderen uit de bus.
  • Tel eerst hoeveel mensen er in totaal in de bus zitten. 
  • Tel daarna hoeveel mensen er uitstappen.
  • Als je het aantal mensen die in de bus zitten en het aantal mensen die uit de bus gaan van elkaar afhaalt, dan weet je hoeveel mensen er nog in de bus zitten.