Procenten worden gebruikt om aan te geven dat iets een deel van een geheel is. Er zijn sommen waarin het geheel wordt aangegeven en waarvan je het deel moet berekenen. Er zijn ook sommen waarvan je het deel al weet en waarbij je juist het geheel moet berekenen.
25% van een geldbedrag is gelijk aan € 50,-.
Wat is het totale bedrag?
In dit voorbeeld lees je dat 25% van een geldbedrag gelijjk is aan € 50,-. Je moet bepalen wat het totale bedrag is, dus wat 100% is. In het stappenplan hieronder wordt uitgelegd hoe je dit kunt doen.
Lees de som goed door en bepaal welk deel gegeven wordt.
In dit geval is 25% gelijk aan € 50,-.
Zet de gegevens in een verhoudingstabel. Hiermee kun je het geheel bepalen.
In de verhoudingstabel start je met de gegevens die je al hebt; 25% is gelijk aan € 50,-. De pijlen bij de verhoudingstabel laten zien hoe je van 25% naar 100% kunt gaan. De bewerkingen die je uitvoert moeten aan de boven- en onderkant hetzelfde zijn.
Als je het geheel (100%) hebt berekend, dan heb je het antwoord op de som. In dit geval is het totale geldbedrag gelijk aan € 200,-.
- Lees de som goed door.
- Bepaal het deel.
- Maak een verhoudingstabel met de bestaande gegevens en werk naar het geheel (100%) toe.
- Bepaal het antwoord op de som.