Hele getallen kun je splitsen in kommagetallen. Zo kun je het getal 100 splitsen in getallen met 1 decimaal.
100 | |
5,8 | 94,2 |
76,3 | 23,7 |
55,2 | ? |
7,1 | 92,9 |
99,4 | 0,6 |
Het kan handig zijn om betekenis te geven aan de som. Bij kommagetallen kun je denken aan geldbedragen. De som wordt dan gemakkelijker om te begrijpen en om uit te rekenen.
"Je hebt €100,00. Een nieuwe jas kost €55,20. Hoeveel geld houd je over?"
Om deze som uit te rekenen kun je aanvullen tot 100. Hoeveel geld moet je bij €55,20 doen om €100,00 te krijgen? Dit kun je met tussenstappen doen: tel eerst de tientallen erbij, dan de eenheden en dan de tienden. De som wordt dan: 55,20 + 40,00 = 95,20 + 4,00 = 99,20 + 0,80 = 100,00. Je kunt het ook in één keer aanvullen tot 100. De som wordt dan: 55,20 + 44,80 = 100,00.
Om deze som uit te rekenen kun je van deze splitsing ook een erafsom maken. De som wordt dan: 100,00 - 55,20 = 44,80.
Om te bepalen welk getal je bij 55,2 moet doen om samen 100 te krijgen, kun je (in stapjes) aanvullen tot 100 of een erafsom maken. Het antwoord op deze som is: 44,8.
De nul (0) die achteraan een kommagetal staat, mag je weg laten.
Het getal verandert hierdoor niet in waarde.