Welke digitale klok hoort bij de analoge klok?
In het onderstaande overzicht kun je de tijden van de hele uren aflezen. Deze tijden geven de digitale tijden aan. Je ziet dat de tijden 's nachts en 's ochtends gelijk zijn aan de analoge tijden, maar 's middags en 's avonds lopen de digitale tijden door. Naast de digitale tijden staat aangegeven hoe laat het is in analoge tijd; 13:00 uur is gelijk aan 1 uur 's middags etc.
De tijden uit dit overzicht kun je gebruiken bij het oefenen met het klokkijken. Tip: leer deze tijden uit je hoofd. Zo weet je altijd hoe laat het is!
Als de klok een half uur aangeeft, dan wijst de grote wijzer van de analoge klok altijd het cijfer 6 aan. De digitale klok geeft in minuten altijd 30 aan. Een half uur bestaat namelijk uit 30 minuten. De digitale klok geeft in uren altijd het uur aan dat het geweest is.
Op deze analoge klok is het half 9 's ochtends.
Het is 8 uur geweest. Het is 30 minuten later dan 8 uur 's ochtends.
In digitale tijd is het dus 08:30 uur.
Het is belangrijk dat je weet in welk dagdeel het tijdstip valt. Als het in het bovenstaande voorbeeld namelijk half 9 's avonds was geweest, dan hoorde daar een andere digitale tijd bij. Dan zou het namelijk 20:30 uur zijn geweest. Hieronder volgen nog enkele voorbeelden van de analoge klok met de bijbehorende digitale tijd.
Op deze analoge klok is het half 3 's nachts. Het is 2 uur geweest. Het is 30 minuten later dan 2 uur 's nachts.
In digitale tijd is het dus 02:30 uur.
Op deze analoge klok is het half 5 's middags. Het is 4 uur geweest. Het is 30 minuten later dan 4 uur 's middags.
In digitale tijd is het dus 16:30 uur.
- De grote wijzer van de analoge klok wijst het cijfer 6 aan.
- De kleine wijzer staat precies tussen 2 uren in; naar welk cijfer gaat de kleine wijzer toe? Dat is het volgende hele uur.
- De minuten op de digitale klok geven 30 aan.
- De uren op de digitale klok geven het hele uur aan dat het geweest is.