Als het een half uur vroeger is, dan gaat de digitale klok altijd 30 minuten terug aan. Hieronder kun je zien hoe dit gaat.
Op deze klok is het 09:38 uur. Dit is gelijk aan 8 minuten over half 10 's ochtends.
Als het een half uur vroeger is, dan gaat de klok 30 minuten terug. De bovenstaande klok geeft 9 uur en 38 minuten aan. Van die 38 minuten trek je 30 minuten (een half uur) af. 38 - 30 = 8.
In digitale tijd is het dan 09:08 uur. Dit is gelijk aan 8 minuten over 9 's ochtends.
Als je wilt bepalen hoe laat het een half uur vroeger was (30 minuten terug), houd dan goed in de gaten wanneer je het (vorige) hele uur passeerd. Dit wordt hieronder in een voorbeeld weergegeven.
Op deze klok is het 14:20 uur. Dit is gelijk aan 10 minuten voor half 3 's middags.
Als het een half uur vroeger is, dan gaat de klok 30 minuten terug. De bovenstaande klok geeft 14 uur en 20 minuten aan. Trek eerst 20 minuten eraf. Dan heb je het vorige hele uur. Een heel uur bestaat uit 60 minuten. Trek daar volgens weer 10 minuten af: 60 - 10 = 50.
Het is dus 10 minuten voor het vorige hele uur; 13:50 uur. Dit is gelijk aan 10 voor 2 's middags.
Het is belangrijk dat je weet in welk dagdeel het tijdstip valt. Zo weet je of het 's nachts, 's ochtends, 's middags of 's avonds is. Hiervoor kun je de afbeelding van de "24-uurs notatie voor de digitale klok" gebruiken.
- Is het een half uur vroeger, dan gaat de klok 30 minuten terug.
- Tel eerst het aantal minuten terug tot het vorige hele uur. Tel daarna de resterende minuten terug.
- Bepaal in welk dagdeel het tijdstip valt.