In een uur zitten 60 minuten. De grote wijzer van de klok geeft deze minuten aan. Door de minuten af te lezen zul je de tijd op de klok precies weten. De voorbeeldklok die in de uitleg gebruikt wordt laat de minuten zien met de blauwe cijfers en bolletjes. Zonder deze rand met minuten kun je de tijd niet precies aflezen. Dit zie je in het voorbeeld hieronder.
"Het is iets over 3".
"Het is 2 minuten over 3".
Niet elke klok laat de minuten precies zien. Het is daarom belangrijk dat je weet dat een uur 60 minuten heeft en hoe deze minuten verdeeld zijn. Hierdoor zul je ook de tijd kunnen aflezen van een klok die de minuten niet precies aangeeft.
Je kunt de tijd op de klok aflezen in minuten voor het hele en halve uur en minuten over het hele en halve uur. Dit wordt hieronder in voorbeelden toegelicht.
De klok in het bovenstaande voorbeeld laat duidelijk zien hoe de minuten verdeeld zijn.
Tip: gebruik deze klok als "geheugensteun" bij het aflezen van de klok en het oefenen.
- Je ziet dat de grote wijzer 10 minuten aanwijst.
- Door in de afbeelding "Minuten aflezen op de analoge klok" te kijken, zie je dat dit in het rode stuk valt. Dat betekent dat het "over" het hele uur is.
- De kleine wijzer staat iets over het cijfer 9.
- Het is 10 (minuten) over 9.
Hieronder volgen nog een paar extra oefenvoorbeelden. Gebruik de afbeelding "Minuten aflezen op de analoge klok".
Antwoord: 8 minuten voor half 1.
Over hoeveel minuten is het half 1?
Je kunt op de klok zien dat dit nog 8 minuten duurt.
Antwoord: 13 minuten over half 5.
Tel vanaf het halve uur de minuten verder tot de grote wijzer. Je kunt op de klok zien dat dit 13 minuten is.
Antwoord: 5 minuten voor 7.
Over hoeveel minuten is het 7 uur?
Je kunt op de klok zien dat dit nog 5 minuten duurt.