Als het een heel uur vroeger is, dan draait de grote wijzer één keer terug en eindigt op dezelfde plaats. De kleine wijzer verplaatst mee. Hieronder wordt dit met behulp van een voorbeeld uitgelegd.
Op deze klok is het tien over half 6. De grote wijzer draait één hele ronde terug en eindigt op dezelfde plaats. De kleine wijzer staat nu tussen de 5 en 6 in. Een uur vroeger staat de kleine wijzer tussen de 4 en 5 in. De plaats is op de afbeelding aangegeven met een kruis.
- Het is een uur vroeger.
- Het is tien over half 5.
Terug tellen: Bij het bepalen van hele uren vroeger kun je eigenlijk terug tellen. De grote wijzer draait terug en eindigt op dezelfde plaats. De minuten blijven dus gelijk. De kleine wijzer verplaats mee.
Het is 5 voor half 8 's avonds.
Hoe laat was het 5 uur geleden?
De grote wijzer zou vijf keer helemaal terug draaien en op dezelfde plaats eindigen. Het blijft dus "vijf voor half...". De kleine wijzer verplaatst 5 plaatsen terug. Dit zie je in de afbeelding aan de kruisjes. Als je vanaf "5 voor half 8" terug zou tellen, dan krijg je de erafsom: 8 - 5 = 3. Als het "5 voor half 8" is, dan was het 5 uur eerder dus "5 voor half 3". In het voorbeeld wordt aangegeven dat het 's avonds is. 5 uur vroeger is het dus "5 voor half 3 's middags".
- De wijzers draaien linksom (terug).
- De grote wijzer blijft op dezelfde plaats.
- De kleine wijzer verplaatst mee; 2 uur vroeger is 2 plaatsen terug.
- Koppel je antwoord aan het juiste dagdeel: 's nachts, 's ochtends, 's middags of 's avonds.