Wiskunde

Meetinstrumenten; gewicht


Gewichten berekenen.

Om het gewicht van iets te meten heb je een meetinstrument nodig. Voor het wegen heb je een weegschaal nodig. Er zijn verschillende soorten weegschalen. Zo heb je bijvoorbeeld een keukenweegschaal en een personenweegschaal. Deze geven het gewicht weer met een wijzer die aangeeft hoe zwaar iets is. Tegenwoordig zie je ook vaker een digitale weegschaal, die het gewicht met cijfers weer geeft. 

 

De weegschaal.
 

Deze instrumenten maken gebruik van een maateenheid om het gewicht weer te geven. Zo zal een personenweegschaal het gewicht voornamelijk in kilo's weergeven. Een keukenweegschaal zal dit waarschijnlijk in gram weergeven. Het kan handig zijn om gebruik te maken van bepaalde referentiematen voor gewicht. Zo kun je bepaalde gewichten met elkaar vergelijken en bepalen hoe zwaar iets (ongeveer) is.

 

Voorbeeld referentiematen gewicht
  • Een pak suiker weegt 1 kilo (kg).
  • Een appel weegt ongeveer 200 gram (g).
  • Een gewone brief weegt ongeveer 20 gram (g).
  • Een tabletje weegt ongeveer 1 gram (g).
  • Een auto weegt ongeveer een ton, wat gelijk is aan 1000 kilo (kg).