Begrippen meten en meetkunde

Meetkundige begrippen

• Lichter = iets dat minder weegt, niet zwaar is, een veertje.
• Zwaarder = iets dat meer weegt, niet licht is, een baksteen.
• Klein(ste) = iets dat niet groot is, een kleine muis.
• Groot(ste) = iets dat niet klein is, een grote olifant.
• Lang(ste) = iets dat niet kort is, een lange giraf met een lange nek.
• Kort(ste) = iets dat niet lang is, een korte broek met korte broekspijpen.

• Milli = duizendste (deel van), 0,001.
• Centi = honderdste (deel van), 0,01.
• Deci = tiende (deel van), 0,1.
• Deca = tien, 10.
• Hecto = honderd, 100.
• Kilo = duizend, 1.000.

• Tera = biljoen, 1.000.000.000.000.
• Giga = miljard, 1.000.000.000.
• Mega = miljoen, 1.000.000.
• Micro = miljoenste (deel van), 0,000.001
• Nano = miljardste (deel van), 0,000.000.001
• Pico = 0,000.000.000.001

Gewicht

• Kilo(gram) = 1.000 gram.
• Pond = 500 gram.
• Ons = 100 gram.

Computer

• Byte = een binaire eenheid van informatie, aaneengesloten bits.
• kB = kilobyte, 1.024 bytes.
• MB = megabyte, 1.024 x 1.024 = 1.048.576 bytes.
• GB = gigabyte, 1.024 x 1.024 x 1.024 = 1.073.741.824 bytes.
• TB = terabyte, 1.099.511.627.776 bytes.