Als je in de winkel spullen gaat kopen, dan is het handig dat je voor jezelf berekent hoeveel geld je ongeveer kwijt bent. Je weet dan wat het ongeveer kost. Als je wilt weten wat iets ongeveer kost, dan moet je de geldbedragen afronden. In het voorbeeld hieronder lees je hoe je geldbedragen kunt afronden, zodat je weet wat een aantal boodschappen ongeveer kosten. Je bent dan schattend aan het rekenen.
Sem gaat naar de supermarkt. Hij koopt een aantal producten en vraagt zich af wat het ongeveer kost.
Artikel Precieze prijs
€5,98
€2,47
€4,03
Reken schattend uit wat het ongeveer kost.
In het stappenplan lees je hoe je gemakkelijk en schattend kunt uitrekenen wat het ongeveer kost.
Het is handig om de prijzen af te ronden naar makkelijke bedragen, waar je vlug mee kunt rekenen. Als het gaat om kleinere bedragen, dan is het handig om af te ronden naar hele of halve euro's.
- De tros druiven van €5,98 wordt afgerond naar €6,00.
- De meloen van €2,47 wordt afgerond naar €2,50.
- De bloemen van €4,03 worden afgerond naar €4,00.
Dit zijn bedragen waar je handig mee kunt rekenen.
De afgeronde bedragen kun je nu gemakkelijk bij elkaar optellen.
In dit geval wordt de som:
€6,00 + €2,50 + €4,00 = €12,50
Sem moet aan de kasssa ongeveer €12,50 betalen.
De meest bedragen zijn naar boven afgerond, dus het uiteindelijke bedrag aan de kassa zal iets minder zijn dan €12,50. Door bedragen af te ronden kun je dus gemakkelijk een schatting maken hoeveel iets samen kost.
- Rond de bedragen af naar een getal waar je makkelijk mee kunt rekenen.
- Bij kleine bedragen rond je bijvoorbeeld af naar hele of halve euro's.
- Tel vervolgens de afgeronde bedragen bij elkaar op.
- Bedenk je goed of je de bedragen naar boven of naar beneden hebt afgerond. Dan weet je of de echte prijs aan de kassa iets lager of juist iets hoger is.