Engels
Wetenschap en techniek
Kleuters
Eindtermen
Nederlands - Taal
Nederlands - Spelling
Mens en Maatschappij
Tafels
Je gaat naar het pretpark. In totaal heb je €100,00 in je portemonnee. Hieronder zie je de entreeprijzen. De groep bestaat uit: twee kinderen van 6 jaar, één opa van 68 jaar en één volwassene.
Prijs Entreeprijs
€22,00 volwassenen
€17,50 kinderen onder de 8 jaar
€17,50 ouderen: 65 jaar en ouder
Hoeveel geld houd je over?
Hieronder zie je in een stappenplan hoe je kunt uitrekenen wat je overhoudt.
Je hebt €100,00 in je portemonnee.
Reken uit hoeveel je moet betalen aan entree.
- 2 kinderen van onder de 8 jaar: 2 x €17,50 = €35,00
- 1 opa van boven de 65 jaar: 1 x €17,50 = €17,50
- 1 volwassene: 1 x €22,00 = €22,00
Tel deze bedragen bij elkaar op. Je maakt dan de som:
€35,00 + €17,50 + € 22,00 = €74,50
In totaal geef je dus €74,50 uit.
Je had €100,00 in je portemonnee. Je geeft €74,50 uit aan entree. Trek deze bedragen van elkaar af.
Je maakt dan de som:
€100,00 - €74,50 = €25,50
Je hebt nu de kosten van de entree van het totaalbedrag afgetrokken. Je weet nu wat je nog overhoudt voor de rest van de dag.
Je houdt €25,50 over.
Als je wilt weten hoeveel geld je overhoudt, dan moet je aan het volgende denken:
- Eerst kijk je hoeveel geld je bij je hebt
- Dan kijk je hoeveel geld je in totaal uitgeeft
- Het verschil tussen wat je bij je hebt en wat je uitgeeft,
houd je over