Wiskunde

Groepjes aanvullen tot en met 20

Bij het aanvullen van een groepje, ontbreekt er een aantal. Je moet het aantal aanvullen tot het totaal. In het voorbeeld hieronder wordt dit uitgelegd.
 

Voorbeeld

Joris koopt een ijsje bij de ijssalon. Op het bord staat dat er 20 verschillende soorten ijsjes zijn. Joris kijkt op het bord en telt maar 15 ijsjes. Doordat de zon zoveel op het bord heeft geschenen, zijn de plaatjes van de andere ijsjes weggevaagd en onleesbaar geworden. 

Aanvullen tot en met 20


Hoeveel soorten smaken staan er nu niet op het bord?


In het stappenplan hieronder lees je hoe je kunt aanvullen, zodat je weet hoeveel sterren er nog bij moeten.
 

 
Stappenplan
1
Hoeveel ijsjes staan er nog?
 

Kijk als eerste hoeveel ijsjes er nog wel te zien zijn.

Aanvullen tot en met 20

Als je de ijsjes telt, zie je dat er nog 15 te zien zijn.

2a
Tel verder tot het totaal; 20
 

Je weet dat er nog 15 ijsjes te zien zijn. Er is keuze uit 20 ijsjes. Dit is het totaal. Je kunt nu vanaf het getal 15 verder tellen tot 20. Je kunt ook de ijsjes erbij tekenen; hoeveel ijsjes moeten erbij, tot het er weer 20 zijn?

Aanvullen, rekenen, tellen tot en met 20

Je ziet dat er 5 ijsjes bij moeten, zodat het in totaal weer 20 sterren zijn.

2b
Trek het aantal dat je ziet van het totaal af
 

Je kunt ook uitrekenen hoeveel ijsjes er nog bij moeten, door er een erafsom van te maken. 'Er zijn 20 ijsjes, maar ik zie er nu maar 15. Wat is het verschil?' Je trekt dan het aantal dat je nog ziet van het totaal af. De som wordt dan: 20 - 15 = 5

3
De uitkomst
 

Op het bord van de ijssalon horen nog 5 ijsjes te staan. Er staan dus 5 smaken niet op het bord.

 

Groepjes aanvullen
  • Wanneer je moet aanvullen tot de 20, kun je verder tellen tot de 20. Je moet dan goed onthouden hoeveel stappen je hebt gezet.
  • Je kunt het ontbrekende aantal ook tekenen; hoeveel heb je erbij getekend? 
  • Om te bepalen hoeveel je erbij moet doen, kun je er ook een erafsom van maken. Je rekent dan het verschil tussen beide getallen uit.