Wiskunde

Wat is kolomsgewijs vermenigvuldigen?

In dit artikel lees je hoe je kolomsgewijs moet vermenigvuldigen. Wil je weten hoe je cijferend kunt vermenigvuldigen? Lees dan het uitlegartikel over 'Wat is cijferend vermenigvuldigen?'.
 

Voorbeeld

rekenen, vermenigvuldigen, kolomsgewijs vermenigvuldigen, getallen, uitleg



De kippen van Peter en Dagmar leggen allemaal 1 ei per dag. In totaal hebben ze 8 kippen. Hoeveel eieren hebben Peter en Dagmar dan na 14 dagen? De som die hier bij hoort is: 8 x 14 = ?

 

 
Stappenplan
1
Noteer de som kolomsgewijs
 

Noteer de getallen onder elkaar. Het is handig om de letters van de waarde van de getallen erbij te zetten: H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden. Hieronder zie je hoe je deze voorbeeldsom onder elkaar noteert. Let op! Het grootste getal moet altijd bovenaan staan.

kolomsgewijs vermenigvuldigen, wat is kolomsgewijs vermenigvuldigen?

2
Vermenigvuldig de eenheden met elkaar
 

Bij kolomsgewijs vermenigvuldigen begin je aan de rechterkant. Eerst vermenigvuldig je de eenheden met elkaar. 

kolomsgewijs vermenigvuldigen, eerst de eenheden, dan de tientallen

De som wordt dan: 8 x 4 = 32. Bij kolomsgewijs vermenigvuldigen schrijf je het volledige getal op. Je hoeft dus geen getal te 'onthouden' zoals je dat doet bij het cijferend vermenigvuldigen op de traditionele manier.

3
Vermenigvuldig de eenheid met het tiental
 

Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental.

kolomsgewijs vermenigvuldigen, tientallen


De som wordt dan: 8 x 10 = 80.

4
Tel de antwoorden bij elkaar op
 

Je hebt nu de getallen met elkaar vermenigvuldigd. Uit deze stappen kwamen antwoorden.
Deze antwoorden staan onder elkaar genoteerd. Als laatste moet je de antwoorden bij elkaar
optellen. Hieronder zie je hoe je dit noteert en wat de uitkomst van de som is. 

kolomsgewijs rekenen, vermenigvuldigen

5
De uitkomst
 

Je hebt nu de uitkomst van de som berekend. 8 x 14 = 112. Peter en Dagmar hebben na 14 dagen dus 112 eieren

 

Kolomsgewijs vermenigvuldigen
  • Bij kolomsgewijs vermenigvuldigen noteer je de getallen onder elkaar. Schrijf het grootste getal bovenaan.
  • Tienduizendtallen, duizendtallen, honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen met hoofdletters.
  • Begin aan de rechterkant. Vermenigvuldig eerst de eenheid met de eenheid.
  • Vermenigvuldig daarna de eenheid met het tiental, honderdtal enz. Zo ga je door tot je alle getallen van de onderste rij met de getallen van de bovenste rij hebt vermenigvuldigd. Noteer van elke stap het hele antwoord.
  • Kolomsgewijs vermenigvuldigen lijkt op cijferend vermenigvuldigen. Bij het cijferend vermenigvuldigen op de traditionele manier schrijf je steeds maar één getal op en onthoud je het andere getal. Deze schrijf je klein boven het volgende getal waarmee je moet vermenigvuldigen. Bij het kolomsgewijsvermenigvuldigen schrijf je de antwoorden van de vermenigvuldigingen voluit.