Achmed fietst naar zijn oma. Dat is 2.378 meter. Daarna fietst hij naar school. Dat is 1.173 meter.
Hoeveel meter heeft Achmed gefietst?
In het stappenplan hieronder lees je hoe je deze som kolomsgewijs kunt oplossen.
Noteer de getallen onder elkaar. De duizendtallen onder de duizendtallen, honderdtallen onder de honderdtallen, etc. Het is handig om de letters erbij te zetten: D = duizendtallen, H = honderdtallen, T = tientallen, E = eenheden.
Begin aan de linkerkant. Tel eerst de duizendtallen bij elkaar op. De 2 en de 1 staan onder de D van duizendtallen. Ze betekenen dus geen 2 en 1, maar 2.000 en 1.000. Je maakt de som 2.000 + 1.000 = 3.000. Dit noteer je als eerste.
Tel dan de honderdtallen bij elkaar op. De 3 en de 1 staan onder de H van honderdtallen. Ze betekenen dus geen 3 en 1, maar 300 en 100. Je maakt de som 300 + 100 = 400. Dit noteer je onder de 3.000.
Tel dan de tientallen bij elkaar op. De 7 en de 7 staan onder de T van tientallen. Ze betekenen dus geen 7, maar 70. De som wordt dan: 70 + 70 = 140. Noteer dit onder 400. Let op! Noteer de 1 onder de honderdtallen, de 4 onder de tientallen en de 0 onder de eenheden.
Tel vervolgens de eenheden bij elkaar op. De 8 en de 3 staan onder de E van eenheden. Je maakt nu de som: 8 + 3 = 11. Dit noteer je onder 140.
Tel daarna de uitkomst van de duizendtallen, honderdtallen, tientallen en de eenheden bij elkaar op. Hieronder zie je hoe je dit noteert en wat de uitkomst van de som is.
Achmed heeft 3.551 meter gefietst.
- De naam kolomsgewijs kun je herkennen aan de kolommen die je maakt.
- Honderdtallen, tientallen en eenheden noteer je boven de getallen.
- Begin met de hoogste getallen; in dit geval de tientallen. Daarna volgen de eenheden. Noteer de uitkomsten van deze sommen onder elkaar.
- Tel uiteindelijk alle uitkomsten bij elkaar op. Dan heb je de uitkomst van de som berekend.
- Kolomsgewijs rekenen lijkt op cijferend rekenen. In beide gevallen schrijf je de getallen onder elkaar. Het verschil is dat je bij kolomsgewijs aan de linker kant begint met rekenen en bij cijferend rekenen begin je aan de rechterkant, bij de eenheden.