Bij sommige sommen ontbreekt er een getal. Je weet de uitkomst, maar nog niet wat er voor de uitkomst moet. Zulke sommen noemen we ook wel 'vleksommen'.
426 + ... = 634
Wat moet er op de stippelijn staan?
634 is de uitkomst. 426 is hier een deel van. Hoeveel moet je bij 426 doen om in totaal 634 te krijgen? Om dit te weten te komen, kun je een erafsom maken. Totaal - deel = ontbrekende deel. Je trekt dus van de uitkomst het deel dat je al weet af. De som wordt dan:
634 - 426 = ...
Reken de erafsom uit. Trek beide getallen van elkaar af. De som wordt dan:
634 - 426 = 208
Je hebt van de vleksom een erafsom gemaakt. Het antwoord op deze som is 208. Dit is dus het ontbrekende deel van de vleksom. Bij 426 moet je 208 optellen om de uitkomst 634 te krijgen.
426 + 208 = 634
Het is belangrijk dat je het antwoord controleert. Dit kun je doen door met het ingevulde getal de erbijsom te maken. Klopt het antwoord?
- Bij vleksommen moet het aantal aan beide kanten van het = teken even veel zijn.
- Deel + deel = totaal.
- Als een deel van de som ontbreekt, kun je een erafsom maken. Zet de uitkomst vooraan en trek het bekende deel eraf. Je weet dan welk deel er ontbreekt.
- Totaal - deel = ontbrekende deel.
- Vul het ontbrekende deel in en controleer de vleksom.