Bij sommige sommen ontbreekt er een getal. Je weet de uitkomst, maar nog niet hoeveel erbij of eraf moet. Zulke sommen noemen we ook wel 'vleksommen'. Je kunt deze sommen oplossen door gebruik te maken van terugtellen.
16 - ... = 5
Teken een getallenlijn waar beide getallen op staan. Je moet bij het getal 16 beginnen en bij het getal 5 eindigen. Wat moet je van het getal 16 afhalen om bij het getal 5 te eindigen? Hoeveel sprongen op de getallenlijn zitten hier tussen?
Begin dan met het maken van de sprongen op de getallenlijn.
Het is handig om als eerste een sprong te maken naar het vorige tiental. Van 16 naar 10 is een sprong van 6.
Vanaf het tiental 10 kun je gemakkelijk een sprong maken naar het getal 5. Je maakt een sprong van 5.
Als je de sprongen die je hebt gemaakt hebt bij elkaar optelt (6 + 5 =11), heb je de uitkomst van de som. Tussen het getal 16 en 5 liggen 11 sprongen op de getallenlijn. Het antwoord op de som is dus 11. Dit kun je controleren: 5 + 11 = 16. Dit is een verkorte manier van het uitrekenen van een dergelijke som.
16 - 11 = 5
- Door gebruik te maken van een getallenlijn kun je makkelijk uitrekenen hoeveel je van het ene getal af moet trekken om bij het andere getal te eindigen.
- Teken een getallenlijn en begin bij het eerste getal.
- Maak net zoveel sprongen tot je bij de uitkomst bent. Hoeveel sprongen heb je gemaakt?