Oefening 1 | |||||
1. | Schrijf dertig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
2. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
3. | Schrijf vijfennegentig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
4. | Schrijf negentig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
5. | Schrijf negenenzeventig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
6. | Schrijf tweeënvijftig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
7. | Schrijf zestig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
8. | Schrijf vierendertig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
9. | Schrijf eenennegentig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
10. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. |
|
Oefening 2 | |||||
1. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
2. | Schrijf eenentachtig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
3. | Schrijf tweeëndertig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
4. | Schrijf negentig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
5. | Schrijf vijftien-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
6. | Schrijf vijfendertig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
7. | Schrijf negenentwintig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
8. | Schrijf tweeënvijftig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
9. | Schrijf vierenveertig-honderdste als een kommagetal. |
|
|||
10. | Schrijf twaalf-honderdste als een kommagetal. |
|
Oefening 1 | |||||
1. | Schrijf dertig-honderdste als een kommagetal. | 0,30 | |||
2. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. | 0,50 | |||
3. | Schrijf vijfennegentig-honderdste als een kommagetal. | 0,95 | |||
4. | Schrijf negentig-honderdste als een kommagetal. | 0,90 | |||
5. | Schrijf negenenzeventig-honderdste als een kommagetal. | 0,79 | |||
6. | Schrijf tweeënvijftig-honderdste als een kommagetal. | 0,52 | |||
7. | Schrijf zestig-honderdste als een kommagetal. | 0,60 | |||
8. | Schrijf vierendertig-honderdste als een kommagetal. | 0,34 | |||
9. | Schrijf eenennegentig-honderdste als een kommagetal. | 0,91 | |||
10. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. | 0,50 |
Oefening 2 | |||||
1. | Schrijf vijftig-honderdste als een kommagetal. | 0,50 | |||
2. | Schrijf eenentachtig-honderdste als een kommagetal. | 0,81 | |||
3. | Schrijf tweeëndertig-honderdste als een kommagetal. | 0,32 | |||
4. | Schrijf negentig-honderdste als een kommagetal. | 0,90 | |||
5. | Schrijf vijftien-honderdste als een kommagetal. | 0,15 | |||
6. | Schrijf vijfendertig-honderdste als een kommagetal. | 0,35 | |||
7. | Schrijf negenentwintig-honderdste als een kommagetal. | 0,29 | |||
8. | Schrijf tweeënvijftig-honderdste als een kommagetal. | 0,52 | |||
9. | Schrijf vierenveertig-honderdste als een kommagetal. | 0,44 | |||
10. | Schrijf twaalf-honderdste als een kommagetal. | 0,12 |